Stomverbaasd kijk ik over de bar heen. Ik kan me niet voorstellen dat ze dat net zei.
Soms krijg je een antwoord waar je het volledig mee eens bent. Dan heb je die magische klik – dat gevoel dat je iemand van je eigen soort bent tegengekomen, iemand die haast onverklaarbaar bij jouw groep hoort. Dat diegene eigenlijk, ongeacht andere eigenschappen, automatisch al oké is.
Soms is het een antwoord waar je helemaal niks mee hebt. Smaken verschillen denk je dan, maar diep van binnen hoop je dat je gesprekspartner nog wel boeiende interesses heeft. Dat je met een aandachtsloze beweging van je hand het onderwerp wegwuift en het maar ergens anders over gaat hebben.
En soms hoor je een antwoord waar je over twijfelt. Dat je de ander aankijkt en de discussie aangaat. Dat het, zonder dat je het doorhebt, opeens een uur later is en je beiden met nieuwe inzichten verrijkt de avond voortzet.
Maar meestal is het antwoord op “Naar wat voor muziek luister je graag?” niet “Niks, eigenlijk. Ik vind stilte altijd wel lekker.”
Stilte! Hoe kun je stilte lekker vinden! Stilte is niks. Stilte is een gebrek, een gemis, een absentie. Stilte is dat moment voordat je weet wat je wilt gaan luisteren. Stilte is de periode nadat één nummer afgelopen is en het volgende nog moet beginnen. Stilte is een noodzakelijk kwaad, omdat je moet leren of om andere reden niet afgeleid kunt worden. Maar vooral: stilte is niet altijd wel lekker.
En ik maak een aandachtsloze beweging met m’n hand en vraag of ze nog wat te drinken wil…
(Column waar ik een half jaar geleden aan begonnen was maar nooit echt tevreden over werd. Toch eens een kans geven…)