De Polaroidfilm die iedereen wel kent, zo’n witte vierkante frame die uit de camera glijdt en waar vanzelf een foto in verschijnt, was niet Polaroid’s eerste instantfilm. Voordat deze integral film bestond had Polaroid namelijk al een andere instant techniek: de packfilm. Packfilm, ook wel bekend als peel-away film, is minder geavanceerd en kan het chemische proces om een foto te ontwikkelen niet automatisch stoppen. Daarom moet je na ongeveer twee minuten het negatief met ontwikkelchemicaliën eraf trekken. Dan stopt het proces en eindig je met in je ene hand de uiteindelijke foto en in je andere de restjes met een kleverig chemisch goedje.
Ik had al eerder van packfilm gehoord, maar dacht eigenlijk dat het allang niet meer gemaakt werd. Toen een vriend opmerkte dat hij nog steeds packfilm van Fuji kocht en dat deze goedkoper was dan Impossible’s integral film wou ik daar best eens mee experimenteren.
De enige packfilm die je nog kunt krijgen is de Fujifilm FP-100c. Dat is een kleurenfilm; tot voor kort hadden ze ook een zwart/wit film (FP-3000b) maar sinds de productie daarvan gestopt is zijn de resterende pakjes film flink in prijs gestegen. Een stuk minder interessant om mee te spelen dus. FP-100c daarentegen kun je voor 10 euro per pak van 10 foto’s krijgen. Er waren vroeger twee soorten packfilm: type 80 en type 100, alleen verschillend in afmeting. Fuji’s film is type 100, wat betekent dat je goed moet opletten als je een Polaroid packfilm camera zoekt. Type 80 film wordt niet meer gemaakt dus type 80 camera’s zijn eigenlijk alleen nog maar als decoratie geschikt. Je kunt een type 80 camera wel aanpassen om type 100 film te gebruiken, maar dan moet je zowel de camera als de film flink verbouwen (lees: slopen). Daar wordt niemand gelukkig van.
Polaroid heeft door de jaren heen packfilm camera’s voor elk budget gemaakt, waardoor er veel verschillende varianten bestaan. De mooiste type 100 camera’s zijn de vouwende metalen varianten met balg, Zeiss Ikon rangefinder en glazen lenzen, maar die kosten in goede staat nu een paar honderd euro. Net even teveel voor een experimentje.
Veel interessanter om mee te beginnen zijn de plastic rigid body – niet vouwende – camera’s. Die zijn vergeleken met de dure vouwende versies eigenlijk een soort speelgoedcamera’s waarbij alles van gammel plastic is, zelfs de lens. Maar je kunt op eBay en marktplaats voor haast niks een type 100 rigid body camera krijgen. Na een avondje zoeken was ik voor een tientje, inclusief verzendkosten, een camera rijker.
Mijn nieuwe aanwinst is een Polaroid Colorpack 100. Volgens de Land List was dit een van de meer recente exportversies van de Amerikaanse Colorpack lijn, gemaakt tussen 1975 en 1976. Polaroid’s integral film bestond toen al, maar packfilm camera’s werden nog gemaakt en waren veel goedkoper. De term plastic fantastic wordt wel vaker gebruikt als het om plastic camera’s gaat, maar dit is toch wel echt het toppunt. Het enige metaal wat je aan de buitenkant kunt ontdekken is de klem aan de zijkant die de achterkant dichthoudt (!!!). De camera is verder ontzettend simpel: een schuif om de ISO te wisselen tussen 75 (kleurenfilm) of 3000 (zwart/wit film), een knop om de sluiter te bedienen, een draaiende lens waarmee je de focusafstand op de gok instelt en daarnaast een draaiknop waarmee je de foto lichter of donkerder kunt maken. Aan een zijkant heb je ook nog plek voor een flashcube, de weggooi-flitsers die ze vroeger gebruikten, aan de andere een soort keukenwekker waarmee je de tijd kunt aftellen voordat je je film mag opentrekken.
Er moeten 2 AA batterijen in een goedkope rigid body, wat erg handig is want de duurdere packfilm camera’s gebruiken obscure batterijen die niet meer gemaakt worden. De lichtmeter en daardoor de sluiter worden door de AA’s van stroom voorzien. Zonder stroom gaat de sluiter niet goed af en krijg je alleen maar pikzwarte foto’s. Om te testen of de camera werkt kun je deze simpele test uitvoeren:
https://www.youtube.com/watch?v=31Th4W5iO0s
Het eerste pakje FP-100c film kocht ik bij een lokale fotowinkel zodat ik snel kon testen. Ironisch genoeg koste dat pakje vijftien euro, waardoor de waarde van de camera meer dan verdubbelde nadat ik de film erin gestopt had. Het laden van film in een rigid body packfilm camera is heel simpel: Je haalt de klem eraf, opent de achterkant, duwt het pakje film erin, sluit de camera weer met de klem en trekt de zwarte beschermende folie eruit. Klaar!
Het nemen van een foto stelt ook niet heel veel voor. Zet het plastic schuifje op ISO 75 want ook al is FP-100c stiekem ISO 100, dat verschil merk je toch niet. Gok de afstand van jou tot je onderwerp, stel dat op de lens in en druk op de sluiter. Klik. Het witte papieren tabje aan de zijkant van de camera zit altijd vast aan de net genomen foto, als je daar aan trekt komt die foto uit de opening ernaast rollen. Tada! Stiekem blijkt dat treksysteem trouwens echt ontzettend ingenieus te zijn, maar daar merk je als gebruiker verder heel weinig van. En dat zijn natuurlijk de beste uitvindingen.
Het eerste boeiende onderwerp wat ik vanaf de fotowinkel tegenkwam was de Tivoli Vredenburg. Klik, trek, rol… en na twee minuten wachten – hoera voor de ingebouwde keukenwekker – mocht ik de foto opentrekken:
En daar was ie dan, m’n eerste packfilm foto van de gevel van de nieuwe Tivoli:
Wat me meteen opviel was hoe anders deze ervaring was dan de eerste keer dat ik schoot met Impossible film in mijn Polaroid SX-70. Het grote verschil? Dit spul werkt wel goed.
Ik wil niet lullig doen, want Impossible heeft natuurlijk ook een flinke kluif gehad aan het opnieuw maken van Polaroid’s integral formule met de chemicaliën die tegenwoordig nog verkrijgbaar zijn. Maar je merkt wel meteen dat Impossible’s chemische brouwsels eigenlijk in een soort permanente beta zitten, terwijl Fuji’s film al decennia lang in deze vorm geproduceerd wordt en precies werkt zoals het ooit bedoeld was.
M’n eerste pakje heb ik meteen opgeschoten en ik denk dat ik de komende tijd nog wat film ga bestellen. Ik vind de resultaten mooier dan de Impossible film die ik tot nu toe geprobeerd heb en het opentrekken een stuk leuker dan het half uur wachten tot de foto op een Impossible frame verschijnt. Ook de prijs bevalt beter: Impossible kost 2,50 euro per foto terwijl Fuji’s film maar 1 euro per foto kost. Nog steeds niet goedkoop, maar zeker niet het niveau kapitaalvernietiging waar Impossible voor staat.
Ook een leuk detail is dat de negatieven uit FP-100c film terug te halen zijn nadat de foto gemaakt is. Als je het overgebleven stuk film even laat opdrogen kun je met wat bleek en een beetje geduld de zwarte coating en de resterende chemische meuk eraf halen. Na het schoonmaken hou je een filmnegatief over met een gigantische 8,5×10,8 centimeter afmeting. Zelfs mijn medium format negatieven zijn maar 6×6 centimeter. Helaas blijft zo’n Colorpack verder een plastic speelgoedcamera, dus het is niet alsof er echt een ongekende wereld aan detail in het negatief verborgen zit, maar dit lijkt me supertof om mee te experimenteren.
Misschien is dat ook een goede motivatie om op zoek te gaan naar een betere packfilm camera, want als ik ‘m vaker ga gebruiken zullen de limitaties van de plastic fantastic me vast snel tegenstaan. Optisch gezien hebben de betere modellen een glazen lens, wat voor beduidend scherpere foto’s zou moeten zorgen – dan wordt zo’n 8,5×10,8 negatief wat je in kunt scannen opeens wel boeiend. Met uitzondering van de rigid body Colorpack II zat die glazen lens alleen in een aantal vouwende modellen. Een goed overzicht van de Polaroid modelnummers en bijbehorende uitvoering kun je hier vinden. De mooiste zijn de volledig metalen modellen met Zeiss Ikon rangefinders – de 250, 350, 360 en 450 types – maar daar wordt ook meteen de hoofdprijs voor gevraagd. De iets lagere modellen met Polaroid’s eigen rangefinder, zoals de 240, 340 en 440, zijn vaak slechts een fractie van de prijs van de Zeiss versies. Hmmm… Tijd om eBay maar weer eens af te zoeken!