Mijn fascinatie voor Amerikaanse legerkleding heeft weer een nieuw nerd-niveau bereikt. De nieuwste aankoop is een origineel vintage exemplaar van een van de meest legendarische winterjassen die de Verenigde Staten ontwikkeld heeft; een N-3B uit 1957.
Rond de tweede wereldoorlog begon het Amerikaanse leger door te hebben dat ze meer functionele kleding nodig hadden; de leren jassen die piloten bijvoorbeeld droegen zagen er mooi uit maar hielden de piloten niet warm genoeg tijdens de vlucht. En ook het grondpersoneel had het zwaar; op vliegdekschepen en legerbasissen in besneeuwde gebieden waren de bestaande jassen simpelweg te koud om lang buiten te blijven. De N serie winterjassen, ook wel parka’s genoemd, werden juist voor dat doel ontwikkeld. Met een officiele classificatie als “JACKET,FLYING, MAN’S, EXTREME COLD WEATHER” krijg je wel een gevoel welke richting ze op wilden.
De inspiratie voor deze kleding kwam van de Inuit eskimo’s, die flink ervaring hadden met in bittere kou overleven: zij gebruikten in hun kleding bijvoorbeeld bont rondom het hoofd en de polsen, omdat bont als een natuurlijk windscherm werkt en warmte binnenhoudt. Op de N parka’s werd daarom ook bont verwerkt rondom de capouchon. Dit bontkraagje, de voorganger van alle moderne bontkraagjes, kon zo hoog dichtgeritst worden dat de capouchon alles behalve de ogen bedekte – vandaar de bijnaam ‘snorkel parka’. Met zo weinig huidcontact konden zelfs temperaturen van -50 Celcius overleefd worden met een N parka over je uniform.
Ook andere features hielpen deze parka’s je warm houden. Het toen heel moderne nylon werd gebruikt voor de buitenlaag, omdat het wind en water tegenhield, en de jas werd uitgevoerd met speciale zakken om handen warm te houden en een windflap die over de rits dichtgeknoopt kon worden. Van de N modellen was de N-3 wat langer, en had een capouchon die uit één stuk bestond. De N-3 werd doorontwikkeld en veranderde uiteindelijk in de N-3B, het model dat ook door de Amerikaanse luchtmacht massaal in gebruik werd genomen vanaf de jaren ’50.
De N-3B is vervolgens vele decennia voor de Amerikaanse defensie gemaakt, waardoor ze langere tijd vrij consistent in legerdumps te vinden waren. De jas is zo iconisch dat veel details op moderne winterjassen hun oorsprong vinden in de N-3B of zijn soortgenoten, en het model eigenlijk een soort grootvader is van alle parka’s zoals we ze nu kennen. De militaire specificatie voor de N-3B was voor het laatst in 2003 nog geupdate tot de MIL-DTL-6279M spec. Ondanks deze recente aanpassing is de N-3B in het leger ondertussen allang vervangen door modernere jassen, al blijven producenten als Alpha Industries nog steeds versies van deze jas maken – maar dan voor burgers.
Dat de N-3B een designklassieker is merk je ondertussen ook als je op zoek gaat naar zo’n originele jas. Vintage, ongebruikte exemplaren van vroege N-3B legermodellen gaan nu zelfs voor een klein fortuin weg – verzamelaars in Japan leggen zonder probleem 1000 dollar neer voor zo’n jas. Maar latere jaargangen hebben die verzamelwaarde niet, en beschadigingen op gedragen exemplaren doen de waarde ook flink zakken.
Mijn interesse in de N-3B was al een tijdje gewekt. Maar voor ik serieus geld ging investeren in een vintage N-3B leek het me een goed idee om eerst te kijken of het model uberhaupt iets voor me was. Ik kocht online een goedkope zwarte replica van de N-3B. Voor een paar tientjes kon ik daarmee de maatvoering vergelijken en zien of het model mij stond. Dat was in 2014… en 3 winters verder kan ik je zeker vertellen dat de N-3B iets voor me is. Die goedkope jas, origineel alleen als test was bedoeld, heb ik bijna permanent in de koude seizoenen aangehad, omdat ie zo praktisch en warm was. Deze winter bedacht ik me dat het ondertussen wel tijd was geworden om een echte N-3B aan te schaffen!
Makkelijker gezegd dan gedaan. Ongebruikte N-3B’s zijn niet te krijgen, want die eerder genoemde Japanse verzamelaars winnen altijd van je, ongeacht je bod. Gebruikte N-3B’s zijn een gok want het blijven legerjassen, en die worden echt afgetuigd als ze gedragen worden – dat dunne lijntje tussen wat nog vintage is of gewoon echt gesloopt is soms ver te zoeken bij de verkopers. Daarnaast bleken de meeste vintage N-3B jassen toch in Amerika te verblijven, wat een hoop gedoe zou betekenen met verzend- en douanekosten. Uiteindelijk kwam ik na een lange zoektocht op eBay uit op mijn huidige aankoop: een verkoper in Belgie had een N-3B die geproduceerd was in de jaren ’50, wat erg vroeg is, maar wel gedragen was, waardoor hij toch betaalbaar blijft. Inclusief verzendkosten was ik een zeer prima 80 euro kwijt aan deze jas.
Mijn jas is volgens het label gemaakt door Albert Turner & Co, een bekende producent van legerkleding en één van bedrijven die de N-3B officieel voor de luchtmacht gemaakt heeft. De militaire specificatie van deze jas is 6279C – bij elke aanpassing ging de letter aan het eind een stap verder, dus dit was de derde aanpassing op het N-3B model. Omdat er geen DSA (Defense Supply Agency) nummer, een identificatie voor producent en productiejaar, op het label staat kunnen we niet meteen zien in welk jaar de jas gemaakt is – maar de DSA werd pas in 1962 geintroduceerd, dus deze jas is sowieso ouder. Dit klopt ook met het zwarte label, want het moderne witte label werd ook pas rond de introductie van het DSA nummer toegepast. Veel andere sites (bijvoorbeeld deze) over N-3B parka’s verwijzen voor een Albert Turner parka met 6279C als spec naar 1957 als productiejaar, dus laten we daar ook even van uit gaan.
Tof detail: gebruikte legerjassen hebben vaak persoonlijke aanpassingen of identificatie van de originele eigenaar erop. Zo zie je bijvoorbeeld veel N-3B jassen met reflectieve strips erop gestikt, zodat grondpersoneel goed zichtbaar was, ook als ze nacht-operaties moesten voorbereiden. Mijn jas heeft een handgeschreven naam van de voormalige eigenaar onder het label staan, die niet meer te lezen is na al die tijd. ‘Berielke’ misschien? De eigenaar zat in ieder geval in de USAF – niet verrassend, aangezien deze jassen daar voor gemaakt waren – maar meer weten we niet. Was hij piloot? Of technisch grondpersoneel? Je kunt er van alles bij bedenken.
Zo’n oud model is niet alleen meer gewild door de zeldzaamheidswaarde, maar ook omdat in latere jaren flink bezuinigd werd op het materiaal van deze jassen. Zo heeft deze 6279C jas een buitenkant gemaakt van 100% nylon en een 60% wol / 40% katoen mix voor de vulling, en werd er toen nog echt bont op de jas gebruikt. Latere jassen gebruikten een goedkopere nylon/katoen mix voor de buitenkant en simpel polyester voor de vulling, met een synthetisch nepbont uit de tijd dat ze dat nog niet heel goed konden maken.
Opvallend bij het nylon is dat dit destijds nog een ontzettend nieuw materiaal was, waar ze nog veel over moesten leren. Zo bleek de nylon samenstelling die zij gebruikten zeer gevoelig te zijn voor verkleuring, waardoor het groene nylon langzaam paars kon worden. Vooral onder langere invloed van UV licht was dit merkbaar, waardoor oudere N-3B jassen some volledig paars zijn uitgeslagen. Onder het luchtmachtpersoneel die de jassen droegen was dit echter een statussymbool; het dragen van een ‘salty’ jas, zoals zij dat noemden, betekende dat je al lang in dienst was. Mijn jas heeft hier ook last van, al blijft het bij een aantal vlekken hier en daar.
Deze oudere jassen hebben ook andere details die latere jaargangen niet hebben. Zo is er nog een U.S. Air Force logo gestencild op de linkermouw, wel flink vervaagd vergeleken met hoe duidelijk deze origineel had moeten zijn. Een ander mooi detail is het merk ritssluitingen, nog van het originele Amerikaanse merk Crown. Zoals veel Made in the USA producten werden Crown ritssluitingen later vervangen door de veel goedkopere – en volgens kenners kwalitatief slechtere – ritssluitingen die gemaakt werden in het buitenland. Crown ritssluitingen zijn zo’n belangrijk onderdeel van vintage Amerikaanse kleding, dat het Japanse Buzz Rickson’s – een merk dat perfecte replica’s maakt van legerkleding – een fortuin heeft uitgegeven om exacte kopieen te kunnen produceren van Crown ritsen.
Ondanks de goede staat, voor een gebruikte jas van ruim 60 jaar oud, kun je zeker stellen dat hij niet perfect is. Naast een beperkt aantal beschadigingen, die mijn kleermaker allemaal netjes weer kon bijwerken, mist deze jas het originele bontkraagje en de originele knopen voor de windflap. Echt bont vergaat op den duur, en ik kan me voorstellen dat het laagje bont op deze jas na 60 jaar niet bijzonder fris meer was. Ik ga even op zoek naar een vervanging voor bont en knopen, en dan is deze jas weer helemaal klaar voor het winterseizoen eind dit jaar!